Dag: 16 juli 2023

Ontstaan van de Tarot

Ontstaan van de Tarot

By corrie on 16 juli 2023

Het ontstaan van de Tarot
In de dertig jaar waarin ik, Corrie al werk met de Tarotkaarten, heb ik een schat aan inzichten gekregen. Nadat ik enige jaren met de Tarot bezig was wilde ik toch eens weten waar de Tarot vandaan kwam. Hoe was de Tarot ontstaan? Tarot met zoveel symboliek en diepgang bestond toch niet zomaar ineens omdat iemand een leuk spel bedacht. Welke achterliggende filosofie werd gehanteerd?

De Tarot spoorde me tijdens het schrijven van mijn boek 𝑶𝒑 𝑹𝒆𝒊𝒔 𝑴𝒆𝒕 𝒅𝒆 𝑻𝒂𝒓𝒐𝒕 aan om opnieuw op ontdekkingsreis te gaan.
Het is een lang verhaal geworden over oude verborgen wijsheden, Egypte, Rozenkruizers, Katharen en nog heel veel meer… maar heb je interesse in de Tarot lees dan mee….

De 22 genummerde kaarten van de grote Arcana hebben altijd een sterke fascinatie uitgeoefend. Ze onthult een groot aantal vreemde en iconische afbeeldingen zoals een Magiër, een Toren, Rad van Fortuin, de Gehangene, de Zot, maar ook de angstaanjagende figuren van de Dood en de Duivel doemen op.
Ook vroeg ik me af of het echt van belang is voor een (goede) Tarotist om het Egyptische Dodenboek te lezen of me te verdiepen in de Kabbala, me bezig te houden met allerlei oude mysteries?
De Tarot spoorde me aan om opnieuw op ontdekkingsreis te gaan.

Geestelijke oorsprong
De mens, van oorsprong een spiritueel, geestelijk wezen, nauw verbonden met God, is steeds dieper met het stoffelijke, de dichte materie verbonden geraakt. Hij raakte daarbij zijn schouwend vermogen in de geestelijke werelden gaandeweg kwijt. Nu mag hij, via zijn ervaringen in de stoffelijke wereld zich weer bewust worden van zijn geestelijke oorsprong. Hij mag mét dat wat hij geleerd heeft, de weg naar de Bron terugvinden. De oude mysteriën konden via diverse inwijdingsstappen nog toegang bieden tot het geestelijke. Het dogmatische instituut kerk leerde de mensen vooral zich te onderwerpen aan autoriteiten buiten zichzelf zoals de kerk. In de tijd dat ook de mysteriën in verval raakten, kwam Jezus. Door zijn komst en dood kan de inwijding nu ‘door het leven zelf’ gebeuren.
Ook onze tijd is een fascinerende, apocalyptische tijd. We leven in de beslissende overgang van de gerichtheid op de materie naar gerichtheid op de geest. Daarom is het nu van belang om de innerlijke, geestelijke weg opnieuw te ontdekken en op te gaan, zodat wijzelf en daardoor ook onze wereld zich naar een meer geestelijk en harmonieus niveau zullen kunnen ontwikkelen. De Tarot kan je helpen om bewust te worden, om ‘diep van binnen’ tot de ontdekking te komen dat je als mens eeuwig verbonden bent met het Goddelijke.

Als sinds de oudheid is er bijna altijd sprake van een primaire hogere macht. Uit deze ontstonden dan weer goden en godinnen die scheppers en hoeders van de aarde en mens zijn. Die hogere macht werd ook wel Grote Moeder, oer-Godin genoemd. En terwijl de overgang van matriarchale naar patriarchale geleidelijk aan verliep, het idee van een hogere macht, een Godin en later God bleef bestaan.

Vele scheppingsmythen kennen een toestand van niets, oerkosmisch vuur (de oerknal). Daaruit ontstond lucht, pneuma, Geest. Uit die lucht kwam water en uiteindelijk de vaste materie dat als verdichting van de Geest kan worden gezien. Alle vier elementen treffen we ook nu nog op aarde aan.
Het oude Egypte kent twee scheppingsverhalen. In de oudste schept godheid Ptah door middel van het Woord, wat de bijbel later Logos (Grieks voor woord) noemt. Alles manifesteert zich door het woord van Ptah. Het tweede verhaal is: er niets dan een oer-oceaan genoemd Nun. Uit haar diepe wateren rijst een berg op, de mannelijke godheid Atum, waaruit alle goden en het leven voortvloeit. Eerst Ra of Re de zonnegod, toen Nun het water, toen Nut de hemel en Geb de aarde. Hun nakomelingen zijn Osiris en Isis en ook Seth en Nephtys. Broer en zus trouwen met elkaar.
Osiris, de ware zelf van de mens die uit de geestelijke wereld stamt werd Koning. Isis de ziel van de mens, is zijn vrouw. Zijn broer Seth stelt de neiging in de mens voor, die zich niet richt op de Geest, maar op de materie. De vrouw van Seth Nephtys staat symbool voor het geïncarneerde deel van de ziel. De zoon van Osiris en Isis Horus is het nieuwe, het zich bewust wordende ware zelf van de mens, het kosmische bewustzijn .

Oude mystieke stromingen
De beeldspraak van de Tarot heeft ook veel mystieke Kabbalistische symbolen. De Kabbala, dat afstamt van het Hebreeuwse woord ‘kabal’ dat ‘ontvangen’ betekent, is gestoeld op de esoterische traditie, bekend staat als de ‘nistar’ (verborgen).
De gnostiek (gnosis, Grieks voor kennis) werd in de eerste tot elfde eeuw na Christus rond de Middellandse Zee in leven gehouden door kleine groepjes esoterisch denkende mensen. Voor hen was gnostische en hermetische, de verbinding met andere al bestaande wijsheid belangrijk. Jezus zagen zij als wijze leraar die inzicht verschaft en de geestelijke weg terug tot God aangaf. Zij interpreteerden de opstanding als een geestelijke, de overgang uit de dood in het leven, het terugvinden van de eenheid met God en van de weg tot het herstel van die eenheid.

In 1099 veroverden de kruisRidders Jeruzalem. Ze werden ondergebracht in de vleugel van het paleis dat grenst aan de ‘El Aqsa’ moskee, die was gebouwd ter vervanging van de tempel van Salomo uit de oudheid. Ze ontlenen de naam van hun orde eraan, de Tempeliers. De orde is ontstaan uit een broederschap van vooral Franse kruisvaarders maar vele Christelijke pelgrims trokken naar het Heilige Land. Door hun contact met de oosterse wereld brengen ze veel nieuwe kennis mee naar het westen van Europa. De Orde der Tempelieren kreeg een steeds grotere invloed op de economie en de cultuur, ze worden de belangrijkste financiers van de Middeleeuwen (commanderijen bevattende kastelen met uitgestrekte landerijen en pachthoeven, stadsresidenties, markten en bouwmeesters van Kathedralen).

Later ontstond, volgens de mythe vanuit de Tempeliers in de twaalfde eeuw het spirituele genootschap van de vrijmetselarij. Deze orde is tot stand gekomen uit kathedraalbouwers, architecten en andere bouwkundigen. Vele esoterische symbolen werden verwerkt in schilderingen, beeltenissen, ornamenten en glas in lood ramen. Deze ‘metselaars’ hadden een grote bewegingsvrijheid. De kunst en symboliek van de kathedralenbouw werd getransformeerd tot het symbolisch bouwen aan een onzichtbare Tempel, waarvoor de tempel van Salomo als voorbeeld diende.

Vanaf de twaalfde eeuw manifesteerde een mystieke stroming in Noord Spanje en het zuiden van Frankrijk met name in de Languedoc (een onafhankelijk vorstendom dat nog geen deel uitmaakte van Frankrijk). De mensen van deze geheime, esoterische traditie noemden zichzelf ‘zij die weten’. De bloei begon tegelijkertijd met de opkomst van de Kathaarse cultuur.
De Katharen stonden onder de bescherming van de heren van Occitanië. De katharen (ook wel Albigenzen genoemd) beschouwden zichzelf als de ‘ware christenen’, omdat zij zouden leven volgens de zuivere leer van Christus. Zij vonden dat de Rooms Katholieke kerk teveel naar macht en rijkdom streefde in plaats van naar spiritualiteit. Ze gingen er van uit dat de mens een wezen is van twee werelden: de zichtbare en de oorspronkelijke, Goddelijke wereld. Dit ging gepaard met het streven naar de Ware Zelf, een verlossingsweg, waarop niet Jezus maar ieder mens zelf in zijn eigen wezen het Goddelijke licht vrij kan maken.
Vanzelfsprekend druiste dit in tegen de leer van de gevestigde kerk die begreep dat het ten koste ging van haar machtspositie. Deze ‘ketterse’ leer werd dan ook te zwaard en te vuur bestreden, hetgeen leidde tot de verbranding van de ‘laatste’ Katharen in 1244 op de berg Montsègur in Frankrijk. Dit was, zoals vaker in de geschiedenis, een belangrijke reden voor de groepjes esoterische mensen van de ‘Geheime Leer’ om ondergronds te gaan en zich te verhullen in slechts voor ingewijden begrijpelijke esoterische termen. Er ontstonden ‘geheime ordes en genootschappen’. Ook Jezus, opgeleid in de joodse mysterieschool van de Essenen, en ook andere mysteriescholen in India, Perzië en Egypte bezocht, sprak vaak in parabels, verborgen geheimenissen, die echter nooit verborgen blijven voor de gnosticus, maar slechts voor de ‘onwetenden’. Het esoterisch denken bouwt voort op de mysteriën uit de oudheid.

Geheime leer
Over het ontstaan van de Tarot zijn veel mooie verhalen. Maar niemand weet hoe de Tarot precies is ontstaan. Wel weten we dat in de vijftiende eeuw de kaarten hoe langer hoe meer naar buiten kwamen. Aannemelijk is dat ze eerst een geheim, verborgen bestaan hebben gehad. Het is volgens mij goed mogelijk dat de Tarot is ontstaan vanuit de oude mysteriën, het esoterische denken en de verborgen ‘Geheime Leer’.
In Europa verschenen traditionele speelkaarten voor het eerst in geschreven verslagen in de veertiende eeuw. Gegevens lijken erop te wijzen dat ze werden geïmporteerd uit het Midden-Oosten (Egypte, Israël) langs gevestigde handelsroutes. Het woord ‘taro’ kan voortgekomen zijn uit ‘torah’, dat de ‘wetrol’, de ‘leer’ betekent.

De eerste kaarten waren in een spelvorm, maar werden ook toen al gebruikt als voertuig voor verborgen esoterische kennis. Want met spirituele theorieën en opvattingen die niet strookten met de dogma’s van de gevestigde kerk, moest men voorzichtig te werk gaan.
De kennis werd alleen aan ingewijden mondeling overgedragen.

Eerste tarotkaarten
Het oudste gedocumenteerde spel is de Visconti Tarot dat vanaf 1427 in Italië werd gemaakt als kaartspel voor de aristocratie. Het wordt door velen als een mijlpaal in de geschiedenis van de Tarot beschouwd. Het Visconti-Sforza deck is een van de vele Italiaanse decken die de familie Visconti in de 15e eeuw heeft laten ontwerpen. Ze werden, in opdracht van de Visconti familie, met de hand geschilderd door de enkele van de beste kunstenaars van die tijd waaronder de Milanese hofschilder Bonifacio Bembo.

Middeleeuwse spirituele vrouwen
Filippo Maria Visconti had een dochter Bianca Maria. Zij kon lezen en schrijven, leerde rekenen, en vreemde talen. Ook was zij bekend met klassieke mythologie en filosofen en met het humanistische gedachtegoed. Ook in deze kaarten is de verborgen wijsheid te ontdekken. De ‘La Papessa’ (Hogepriesteres) van de Bianca Maria Visconti-Sforza Tarot heeft wel de attributen van een paus, maar niet de erbij horende kleding. Zij is sober gekleed als een non. Haar kleding laat zien dat zij een aan God toegewijd leven leidt en daarvoor afstand heeft gedaan van al haar aardse bezittingen. Zo wordt benadrukt dat haar staf en kroon niet voor een machtspositie binnen de Rooms katholieke kerk staan maar voor haar spirituele niveau.
De diepere verborgen betekenis van deze kaart is de spirituele vervolmaking, voor het overstijgen van de aardse dualiteit voor het binnentreden van de Goddelijke eenheid. De gebruikte symbolen die de werkelijk betekenis van een kaart duiden moest verborgen blijven voor de kerk en het grote publiek.

Bianca Maria Visconti, hertogin van Milaan was een ‘krijgersvrouw’ die zich wijdde zich aan het besturen, staatszaken en financiën van het hertogdom, zij werd tevens geroemd om haar compassie. Ze zorgde voor armen, voor vrouwen en ze liet het ziekenhuis Ospedale Maggiore bouwen. Voor haar was de ‘La Papessa’ in het Tarotdeck waarschijnlijk een symbool voor haar voorouderlijke verwante Maifreda de Pirovano. Deze vrouw die een spiritueel leider was geloofde in de goddelijkheid van Sint Guglielma, de vrouw die dacht dat ze een incarnatie van de Heilige Geest was en predikte voor ‘redding’ voor iedereen. Haar volgelingen, zelfs joden en Saracenen wilden Maifreda in 1300 in Milaan tot ‘Papessa’ verklaren in een nieuw tijdperk van de Heilige Geest. In plaats daarvan werden zij en anderen in dat jaar levend verbrand op de brandstapel door de rechtbank van de inquisitie, beschuldigd van ketterij. Ik vond het heel bijzonder om eens onderzoek te doen naar de spirituele ervaringen van middeleeuwse vrouwen. Het zijn vrouwen zoals Hildegard van Bingen, Clara van Assisi, Marguerite Porete, de Kathaarse bonnefemmes en Teresa van Avila die mystiek werk verrichten en geschriften nalieten.

Invloedrijke tarot decks en hun geestelijke vaders
Er is ook het Sola-Busca Tarotdeck, waarvan de naam is afgeleid van de markies Busca en graaf Sola de adellijke Milanese familie die deze 78 kaarten vanaf 1948 in bezit had. Het deck dateert vrijwel zeker uit 1491. Het prachtig geïllustreerde deck omvat de 22 grote arcana en 56 kleine arcana kaarten. Het kaartspel dat Bijbelse, Romeinse en mythologische afbeeldingen toont is uniek omdat het, het enige bestaande en complete 15e-eeuwse dek is. In 1907 schonk de familie Busca-Serbelloni aan het British Museum de zwart-witfoto’s van alle 78 kaarten. Toen deze foto’s in dit museum werden tentoongesteld zagen Arthur Waite en Pamela Smith bij die gelegenheid de Sola Busca Tarot. Waarschijnlijk deden ze toen inspiratie op voor het deck dat ze van plan waren te ontwerpen.

Vanaf 1500 dook in het zuiden van Frankrijk een spel kaarten op onder de naam ’Tarot de Marseille’ dat in vele varianten navolging kreeg. Het stamt waarschijnlijk af van het Visconti-Sforza deck. Dit deck heeft al eeuwen als basis gediend, als bron van inspiratie en toewijding, onder andere bij de Franse occultisten en de latere Engelse Golden Dawn.

In de jaren 1770 – 1789 was Parijs een epicentrum van politieke en sociale verandering die het land (tijdelijk) van zijn monarchie en zijn hiërarchische klassensysteem zuiverde. Het was in deze onzekere tijd dat de mensen de kaarten begonnen te gebruiken voor waarzeggerij.

De Tarot zoals wij die hedentendage kennen is in de belangstelling gekomen door Franse occultisten als Atteilla (Jean-Baptiste Alliette, van achteren naar voren geschreven zoals in de Hebreeuwse traditie). Hij was de eerste die zijn eigen kaarten ontwierp om zijn esoterische filosofie te illustreren. Hij zei dat hij de kunst van het voorspellen met speelkaarten leerde van drie cartomancers, (waarzeggerij met behulp van een kaartspel) uit Piëmont Noord Italië (Piëmont kaarten waren afgeleid van Tarot van Marseille). Hij was zich bewust van de Tarot-Kabbala-verbinding, maar gaf er de voorkeur aan de nadruk te leggen op astrologie en hermetische literatuur. Hij publiceerde in 1770 de eerste verhandeling over waarzeggerij met speelkaarten: ‘Etteilla, of een manier om jezelf te vermaken met een pakje kaarten’.
Het Etteilla III deck  is wel het eerste spel met een kaart genaamd ‘de Hogepriesteres’ in plaats van ‘La Papessa’. En al werd hij beschouwd als de eerste moderne Tarotlezer zijn deck raakte vrij snel in de vergetelheid. Maar zijn waarzeggerij-kaartbetekenissen hadden grote invloed op de Engelse occultisten en liggen ten grondslag aan de betekenissen van veel Tarotdecks zoals de Rider Waite Smith-kaarten.

Ook Antoine Court de  Gébelin een gentleman historicus, geleerde en vrijmetselaar, zag de Tarotkaarten als geheime schatkamer van esoterische wijsheid. Hij beweerde dat eeuwenoude Egyptische wijsheid op deze manier was overgeleverd. In 1780 richtte hij het Musée de Paris op, een wetenschappelijke club waar mensen lezingen konden bijwonen, konden studeren en elkaar konden ontmoeten om zienswijzen te bespreken. Rond 1781 publiceerde hij een encyclopedie, Le Monde Primitif. In deel 8 daarvan, een essay ‘The Ancient World’, onderzocht hij het idee van Tarotkaarten. Het bevat een ‘Etymologisch Woordenboek van de Franse taal’ waarin de ouderwetse vorm van het woord, Tarraux, wordt vermeld als een ‘Kaartspel’ dat bekend is in Italië, Zwitserland en Duitsland. Het is een Egyptisch spel, waarvan de naam is samengesteld uit twee oosterse woorden, Tar en Rha, Rho, wat ‘koninklijk’ en ‘weg’ betekent. De Koninklijke weg. Koning stond in Egypte voor Meesterschap.
Er wordt in het boek ook uitgelegd hoe de kaarten moeten worden gebruikt. Gébelin zegt dat er 22 ‘ troeven’ (grote Arcanakaarten) zijn, net zoals er 22 Hebreeuwse letters zijn.

Mademoiselle (mlle) Le Normand ( 27 mei 1772 – 25 juni 1843) was een helderziende die werkte met koffiedik kijken, theeblaadjes, dromen, Griekse stokjes, waterlezen, spiegelkijken, handlijnkunde, astrologie en verschillende kaartspellen. Zij werd vooral beroemd door de Franse keizerin Joséphine de Beauharnais (vrouw van Napoleon) die haar regelmatig consulteerde. Het Lenormand deck, pas ná haar dood ontworpen, valt niet zozeer onder Tarot maar meer onder waarzegkaarten. De kaarten zijn gemaakt van eenvoudige, rechttoe rechtaan beelden en behandelen meer tastbare problemen in plaats van spirituele.

Nog iemand die de Tarot bestuurde was Paul Christian. In ‘The History of Magic’ uit 1870 beschreef hij 78 Egyptische Tarotkaarten. In 1896 gebruikte Maurice Otto Wegener deze beschrijvingen om een boek over hermetische Tarot van R. Falconnier te illustreren. Dit baanbrekende Egyptische kaartspel wordt nog steeds gepubliceerd als ‘de Egyptische Tarot’.

Alphonse Louis Constant, Franse occultist, meester in vrijmetselarij en aanhanger van Kabbala, Tarotkaarten en magie, werd geboren in Parijs op 10 februari 1810. Hij volgde eerst een priesterstudie, studeerde ook filosofie en theologie maar richtte zich in plaats daarvan tot onderwijs en journalistiek en de serieuze studie van magie en mystiek. Hij schreef in 1855 een van de meest invloedrijke verhandelingen in de geschiedenis van de westerse occultisme: ‘The History of Magic’ en ‘Dogme et Rituel de la Haute Magie’, later in het Engels vertaald door Arthur Edward Waite.
Alphonse Constant, volgde de gangbare praktijk om een pseudoniem aan te nemen. Hij vertaalde zijn naam in het Hebreeuws: Eliphas Lévi, de naam waaronder hij zijn vele boeken publiceerde.
In de hermetische literatuur, de Kabbala, oude en middeleeuwse magie en in de Tarot zocht hij de eeuwige, verborgen wijsheid. Hij ging naar Londen en werd  ingewijd in de Aloude Mystieke Orde van de Rozenkruis (die in 17e eeuw ontstond). Dit is een spirituele en culturele beweging  die gewijd is aan de studie van de wetten van het leven en het universum. Ze put hierbij uit groot aantal bronnen waaronder de Kabbala, Hermetisme, alchemie en mystiek christendom. Zijn geschriften hadden een krachtige invloed op de populaire, zich uitbreidende esoterische en magische orden van de 19e eeuw  zoals de Hermetic Order of the Golden Dawn en Madame Blavatsky’s Theosophical Society. Met zijn werken heeft Levi een grote stempel gedrukt op de leer van de Tarot. Zijn belangrijkste bijdrage aan de kennis van de Tarot was  de samenhang die hij ontwikkelde tussen Tarot en het grote Hebreeuwse systeem van mystiek, de Kabbala. Hoewel Court de Gébelin het inzicht kreeg om de tweeëntwintig grote Arcana kaarten te verbinden met de tweeëntwintig letters van het Hebreeuwse alfabet, was het pas bij Lévi dat het idee van een diepgaande relatie ontstond. Hij zag de Tarot niet alleen als een fascinerend overblijfsel van een oud symbolisch systeem, maar als een ongeëvenaard praktisch hulpmiddel, een universele sleutel van magische werken, tot de wijsheid van alle tijden. Er is geen enkel bewijs dat suggereert dat de twee systemen ooit op een opzettelijke of afhankelijke manier met elkaar verbonden waren. Maar dit is ook niet belangrijk, omdat ze bepaalde fundamentele esoterische concepten onthullen die in beide zijn belichaamd.

Jean-Baptiste Pitois, historicus en journalist bracht onder het pseudoniem ‘Paul Christian’ in 1863 ‘L’homme rouge des Tuileries’, een werk dat een hele generatie occultisten aanzienlijk heeft beïnvloed. Zijn taak was het doorzoeken van de grote hoeveelheid boeken die tijdens de opheffing van de Franse kloosters in 1790 in beslag waren genomen. Veel onderwerpen in deze teksten hadden betrekking op magische en filosofische onderwerpen. Christian schreef boeken en begon een levenslange studie en die zou eindigen in 1870 met de publicatie van zijn ‘History of Magic’. Hierin beschreef hij ceremonies die zogenaamd onder de grote piramide van Gizeh plaats vonden. In een van de ceremonies werd de aspirant adept via achtenzeventig treden naar boven geleid naar een hal met afbeeldingen van de grote Arcana. Wel paste hij de volgorde van de kaarten aan zodat ze in zijn verhalen pasten.
Het boek werd zowel in Frankrijk als in het buitenland met enthousiasme werd ontvangen. Wel zou de kwestie van de volgorde van de kaarten steeds belangrijker worden naarmate de belangstelling voor de Tarot groeide. Men ging ervanuit dat de geheimen van de grote Arcanakaarten alleen ontdekt konden worden als men de ‘juiste’ volgorde kenden.

‘The Golden Dawn’
werd in 1888 opgericht in Groot-Brittannië door drie vrijmetselaars; William W. Westcott, William Woodmann en Samuela McGregor Mathers. Ze richtten in Londen de eerste tempel op, genaamd ‘Isis-Urania’ waarmee ‘The Hermetic Order of the Golden Dawn’ was geboren. Zij bestudeerden vooral de Hermetische traditie, vrijmetselaars, de oude Rozekruisers, de Alchemisten, de Kabbala, de theosofie, de oud-Egyptische magie en de Tarot.

Samen met de vrijmetselarij, de Rozenkruisers, de Theosofische Beweging van Helena Blavatsky, de Antroposofie van Rudolf Steiner die de oude esoterische kennis op een nieuwe, moderne manier aan het licht bracht, waren de leringen van de Golden Dawn bepalend voor de Esoterische stromingen van de 20e eeuw. Uit het omvangrijke werk dat Steiner heeft verricht om mensen te stuwen tot geestelijke bewustwording blijkt duidelijk dat hij zich lieten inspireren door de kernkracht van Christiaan Rozenkruis. 

Ook de Zwitserse occultist Oswald Wirth (5 augustus 1860 – 9 maart 1943) was zowel een vrijmetselaar als een theosoof. Zijn studies, altijd op het pad van esoterie, wendden ze zich ook tot astrologie, magnetisme, handoplegging en hypnose. Hij raakte bevriend met Stanislas de Guaita, een Franse dichter en esotericus van Italiaanse afkomst. Op zijn verzoek verdiepte hij zich in de studie en symboliek van Tarotkaarten. Op basis van de zogenaamde Marseille-Tarot ontwierp hij de 22 Grote Arcana kaarten, een deed een poging hun oude symbolische aspect te herstellen, evenals de juiste kleuren en esoterische betekenissen. Maar Wirth hertekende daarna zijn kaarten. Hij gaf elke kaart (behalve de Dood) een Hebreeuwse letter. Ook is ‘de Oswald Wirth Tarot’ fel gekleurd met een metaalachtige glans maar ze werd pas in 1926 gepubliceerd, samen met een boek over de kaarten genaamd ‘Le Tarot des imagiers du moyen-agein’ 1927. Dit boek werd in 1985 in het Engels vertaald als ‘The Tarot of the Magicians’ en is een diepgaande analyse en een complete verhandeling over Tarotkaarten. Hij combineert de beeldspraak en symboliek van Rozenkruisers, Vrijmetselarij, Alchemie en het magische erfgoed van Egypte.

Dr. Papus, (betekent: licht in de duisternis) is het esoterische pseudoniem voor Dr. Gérard Analect Vincent Encausse , (13 juli 1865  Coruña Spanje – 25 oktober 1916 Parijs).  In zijn boek ‘The Tarot of the Bohemians’ geeft hij een theologisch element aan het werk dat is begonnen door Antoine Court de Gébelin, Etteila en Éliphas Lévi. Deze heren waren gefascineerd door esoterische leringen. Dr. Papus werd in 1884  lid van de Theosophical Society, opgericht door Helena Petrovna Blavatsky. Maar kort erna stichtte hij  een eigen groep ’ L’Ordre Martiniste’ waar hun kennis en inwijdingen, uitgewisseld werden. In 1889 werd Papus lid van Rozenkruisers-aftakking L’Ordre Kabbalistique de la Rose-Croix. De ‘Aloude Mystieke Orde van het Rozekruis’ onderwijst over onderwerpen als leven, symbolen, filosofie, materie, bewustzijn, de ziel, wonderen, dromen, God, en behandelt thema’s zoals het leven van Jezus, de Essenen, de tempeliers en andere esoterische en mystieke onderwerpen. Ook was hij een spirituele student van de Franse spiritistische genezer, Anthelme Nizier Philippe, ‘Maître Philippe de Lyon’.
Hij werd gewijd tot bisschop van l’Eglise Gnostique de France én werd hoofdgeneesheer van het laboratorium in L’hopital de la Charité te Parijs. In 1895 werd hij als neofiet ingewijd tot Néophite in de Ahathoor Temple of ‘The Golden Dawn’ in Parijs. Hij kwam zelfs internationaal aan het hoofd te staan met als titel ‘Grand Hierophant’. Hij bezocht Rusland drie keer waar hij tsaar Nicolaas II en tsarina Alexandra diende als arts en occult adviseur. Hij waarschuwde hen ook voor de invloed van Rasputin.
Het deck van Papus wordt beschouwd als een magisch ritueel. Hij is op zoek naar overeenkomsten met alles, van het tetragrammaton (vier letters van JHWH) tot numerologie en astrologie. Het ontwerp, de afbeeldingen zelf van de 22 Grote Arcana kaarten zijn van Gabriel Goulinat.
Men kan zeker zeggen dat Papus eind 19e eeuw, begin van de 20e eeuw een van de hoofdfiguren in het internationale occultisme was. Tot op de dag van vandaag worden veel van zijn boeken beschouwd als basis voor de kennis van het occulte.


De Tarot als instrument bij zelfontwikkeling en zoeken naar de zin van het bestaan.
In de jaren 60 van de vorige eeuw werd de new age stroming duidelijk zichtbaar vanuit de ‘hippiebeweging’ en nam belangstelling voor oosterse religies, filosofieën en spiritualiteit toe. Er werd gebruik gemaakt van astrologie, numerologie, magie, meditatie, waarzeggerij, helderziendheid, handlezen. Vanaf dat moment kwam ook de Tarot steeds meer naar buiten. Er werd aansluiting gevonden met moderne psychologische inzichten. In de Tarot is de structuur, symboliek en interpretatie van kabbalistische en Gnostische principes terug te vinden.

Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen divinatie en waarzeggerij (zoals de kaarten van Mlle Lenormand). Waarzeggerij werd vooral door rondreizende zigeuners in praktijk gebracht.
De Tarot als divinatie is schouwen in een ‘geheime’ beeldtaal in de zoektocht naar de  ware en universele aard van de Kosmos en jezelf. Een goed instrument voor zelfontwikkeling, een hulpmiddel bij het zoeken naar de zin van het bestaan. Het gaat hierbij om het bewust worden van het onbewuste met behulp van oerbeelden zoals de archetypische psychologie van Jung.

Arthur Waite ontwierp de grote Arcana als zijnde stappen van inwijding. Hij was ervan overtuigd dat hij met het ontwerpen van de Tarotkaarten een geheime, spirituele inwijding doorgaf die eigenlijk voorbehouden was aan een selecte groep ingewijden. Waite was niet alleen lid van de Golden Dawn maar ook een Rozenkruiser in hart en nieren.

En zoals de Egyptische monniken aan het begin van de christelijke jaartelling hun gnostische en hermetische geschriften in een kruik verstopten en deze in het Nijlzand bij Nag Hammadi begroeven uit angst voor het kerkelijke christendom, zo verborgen de 17de-eeuwse Rozenkruisers, in een tijd van (vaak bloedige) godsdiensthervormingen, hun manifesten in brokstukken en fragmenten in boeken.

Waite had zijn leringen in geschriften verwerkt om de lessen van het spirituele pad te leren. Ze waren wijs, zinnig en goed doordacht maar theoretisch en nauwelijks toegankelijk voor leken.
Het is kunstenares Pamela Smith die al die geheimzinnige inwijdingsstappen kon vertalen in begrijpelijke levenservaringen. Zij schilderde de archetypische figuren zodanig dat ze voor ons allemaal herkenbaar waren en niet alleen aan een selecte groep. Het lijkt wel alsof ze voelde dat de tijd rijp was om eindelijk de eeuwenlang zorgvuldig verborgen geschriften te ontsluieren.

Als lid van de Golden Dawn en Rozenkruiser verdiepte zij zich eveneens in de universele leer, terug te vinden alle oorspronkelijke godsdiensten en mysteriescholen. Ze onderzocht de gnostische leringen van Hermes Trismegistos uit het oude Egypte, in de gnostische leer van de Essenen, de Katharen en in oude Chinezen wijsheden. Als kunstenares was zij creatief, intuïtief en voelde zij zich aangetrokken tot mystiek. Als verhalenvertelster, illustrator en decorateur kon zij als geen ander vertellen met beelden. Waite leverde weliswaar schematische concepten en instructies maar als een echte vakvrouw bracht Pamela ze tot leven.

Het gezegde van Waite: ‘Afbeeldingen zijn deuren die open gaan naar onverwachte kamers’ had zij goed begrepen. Ze beheerste de kunst om het onzichtbare zichtbaar te maken. Iedere kaart nodigt je uit, om als gast in haar theater, je in te leven, te fantaseren, te spelen met dat wat op de afbeelding wordt gegeven. Ze schilderde het leven, de spirituele leerweg dat ons de mogelijkheden en stadia biedt van inwijding.

Ieder mens ontwikkelt zich op zijn eigen manier en op eigen niveau. Je hebt daardoor met Tarot je eigen niveau in handen en kun je van daaruit de kaarten lezen. Het is wel belangrijk om goed afgestemd te zijn op je eigen intuïtie, een zuiver kanaal te zijn, want je werkt nooit alleen vanuit kennis en logica.

Om terug te komen op mijn vragen aan het begin van dit stuk over het ontstaan van de Tarot, welke paden ik mag onderzoeken is het antwoord: zo veel als mogelijk. Ik vind de Tarot een geweldig uitgangspunt bij mijn filosofische zoektocht naar diepere betekenis van het leven en mezelf. Mijn zoektocht zie ik als een inwijding, ik kom met veel filosofische, historische, esoterische onderwerpen in aanraking en kan op die manier mezelf ontdekken en ontwikkelen. 

Wie zijn toch die Artur Waite en die Pamela Smith?
In de loop der vele jaren begon ik de symboliek van elke kaart te begrijpen en verdiepte ik me in de personen die het Rider Waite Smith deck ontwierpen. Hoewel de kaarten zijn vernoemd naar de makers Arthur Edward Waite, een geleerd man, en William Rider, een uitgever, werden de met de hand getekend afbeeldingen door kunstenaar Pamela Colman Smith gemaakt. De cruciale samenwerking van Waite en Smith met Rider leidde tot de creatie van een van de meest gevierde Tarotdecks uit de geschiedenis.

Arthur Edward Waite,
mysticus, schrijver en esotericus, werd geboren op 2 oktober 1857 in New York als zoon van kapitein Charles F. Waite en Ema Lovell. Hij overleed op 19 mei 1942. Toen Arthur een jaar oud was overleed zijn vader en aangezien zijn ouders niet getrouwd waren kon zijn Britse moeder geen aanspraak maken op Amerikaans staatsburgerschap en vertrokken zij naar Londen. Nadat zijn zuster in 1874 overleed voelde hij zich aangetrokken tot esoterie. Hij bestudeert diepgaand diverse stromingen niet alleen als objectieve onderzoeker maar ook als iemand die de mysteriën persoonlijk beleeft.

Arthur Waite wendde zich van de kerk tot de alternatieve spiritualiteit van zijn tijd: spiritualisme, theosofie en de verschillende takken van de westerse esoterische traditie. Zijn studies van de Rozenkruisers en spirituele alchemie en zijn baanbrekende vertalingen van de werken van Eliphas Levi, leidden hem uiteindelijk naar de ‘Hermetische Orde van de Golden Dawn’, de Gouden Dageraad. Dit genootschap hield zich bezig met ceremoniële magie en rituelen en met spirituele ontwikkeling.

‘De Golden Dawn’ kende eind 19e eeuw haar bloei met acht tempels doordat in die jaren veel mensen geïnteresseerd raakte in esoterisch gedachtengoed waaronder kabbala, alchemie, sacrale geomantie (voorspelmethode), mythologie, astrologie en Tarot. De orde was gebaseerd op overtuigingen van de Kabbala, de Rozenkruisers, de theosofie en de oud Egyptische magie. Omdat ze bestaande religies respecteerden, want in allen waren sporen te vinden van het Licht dat ieder mens zoekt, tref je in hun rituelen en symboliek veel van de Katholieke, de joodse en de islam. Maar ook van de mystieke Egyptische cultuur.

Het waren de leringen van de theosofische beweging van de Russische Helena Blavatsky en de Antroposofische beweging van Rudolf Steiner die samen met ‘de Golden Dawn’ de esoterische stromingen van de 20e eeuw beïnvloeden. Waite schrijft maar liefst zo’n tachtig boeken. Zijn grote kennis op het gebied van de westerse esoterie weerspiegelt zich in zijn boeken zoals ’Alchemists through the Ages’, ‘The Hidden Church of the Holy Grail’, en  ‘The Holy Kabbala’.  Waite is de eerste die een goed doordacht, gedegen werk schrijft over de geschiedenis van de Rozenkruisers. Hij wordt hedentendage nog beschouwd als een autoriteit in de geschiedenis van de westerse esoterie.

De symboliek in de Tarot kaarten van Waite zijn vooral ontleent aan werken van de Franse filosoof Éliphas Lévi (1810-1875), vrijmetselaar, kabbalist en rozenkruiser. Ook wordt hij sterk geïnspireerd door Karl von Eckartshausen. Hij ervaart iets dat omschreven kan worden als een ‘innerlijke kerk’ en ontdekt dat er sinds mensenheugenis in veel culturen verborgen tradities bestaan waarbinnen mensen een inwijdingsweg kunnen gaan. Hij wilde een esoterische orde die haar leden in staat zou stellen te groeien in spirituele ervaring en spiritueel begrip. Waite was geïnteresseerd in magie maar geleidelijk begint hij de mystiek belangrijker te vinden en hij wordt Rozenkruiser in hart en nieren. Net zoals in ‘de Golden Dawn’ kon je binnen de genootschappen van de Rozenkruisers opklimmen door middel van rituele inwijdingen. Hij sticht the Fellowship of the True Rosy Cross en wijdt hij de Salvator Mundi tempel in. Tot zijn dood in mei 1942 is Waite leider van zijn Rozenkruis-organisatie, maar vanaf 1941 zijn er door onderlinge conflicten en wegens gebrek aan inspiratie geen activiteiten meer.

Waite stelde de kaarten van de grote Arcana voor als stappen van inwijding. Hij ging er ook van uit dat spirituele ontwikkeling voor behouden is aan enkelingen. Dat je speciale dingen moest doen en weten om de spirituele lessen te leren. Zijn schema’s en aantekeningen betreffende de Tarotkaarten waren weliswaar goed doordacht maar theoretisch en nauwelijks toegankelijk. Rond 1909 gaf Waite Pamela Colman Smith de opdracht om het artwork te maken voor het nieuwe Tarot-deck waarmee hij bezig was. Die geheimzinnige inwijdingen die Waite zich voorstelde werden door Pamela,  een begenadigd kunstenaar die geïnteresseerd was in het occulte en die hij kende van ‘de Golden Dawn’, als ‘gewone’, begrijpelijke levenservaringen neergezet.

Pamela Colman Smith
was een buitengewoon bijzondere vrouw, die haar eigen weg volgde in een tijd waarin weinig vrouwen dat deden. Ze werd geboren in Groot-Brittannië op 16 februari 1878 als dochter van artistieke ouders. Haar Jamaicaanse moeder Corinne Colman was een van de bekendste salon-actrices in Brooklyn van haar tijd. Haar vader een Amerikaan en zoon van de burgemeester van Brooklyn, was meer kunstenaar dan zakenman. Ook haar familie was kleurrijk en artistiek. Haar grootmoeder Pamela Chandler Colman was een belangrijk persoon in de Amerikaanse kinderliteratuur. Haar tante Pamela Atkins Colman was een dichteres. De broer van haar moeder, Samuel Coleman was een van de grootste Amerikaanse kunstenaars, ooit een president van de National Academy, maar vooral bekend om zijn schilderijen van Moorse architectuur en Venetiaanse schepen. Via haar vaders kant had ze connecties met de theaterwereld, haar neef William Gillette was een beroemd acteur met name door zijn rol als Sherlock Holmes.
Toen ze nog een kind was, verhuisde het gezin naar het eiland Jamaica, omdat haar vader  inspecteur werd van The West Indian Improvement Compagnie. Haar kindermeisje kende veel Jamaicaanse volksverhalen die ze vertelde aan Pamela.

Pamela, door haar vrienden ‘Prixie’ genoemd  ging naar de kunstacademie in New York City. Ze leerde dat afbeeldingen op dezelfde manier konden worden gecomponeerd als muziek door kleur, toon, vorm en lijn te gebruiken. Toen haar moeder in 1896 overleed verliet ze het Pratt institute zonder af te studeren. Wanneer in 1899 haar vader sterft keert ze op 21 jarige leeftijd terug naar Engeland om de speciale beschermelinge van Ellen Terry te worden, een landelijk bekende actrice die gefascineerd was door het vreemde en getalenteerde meisje uit Jamaica met haar artistieke ideeën. Pamela sloot zich aan bij een reizende theatergroep om het nomadische leven van een troubadour te leiden. Naast het werken op het podium ontwikkelde Smith een reputatie als bekwaam kostuum- en decorontwerper. Ook werd ze een veelgevraagd illustrator, en enkele van haar meest populaire tekeningen werden gebruikt in werken van Bram Stoker (een Iers schrijver bekend om zijn sensationele verhalen waaronder Dracula) en William Butler Yeats ( een Iers dichter, toneelschrijver en mysticus). Deze laatste stelde haar in 1901 voor aan zijn vrienden van ‘de Golden Dawn’ waar ze kennis maakte met Arthur Waite. Beiden voelde een diep verlangen naar een dieper begrip van mystiek en het occulte. Hoewel ze uiteindelijk de orde verlieten, bleven de twee contact houden en bleven ze de symboliek en geschiedenis van het occulte verkennen.

De tekeningen van Smith zijn puur, sterk en vol mystieke, indrukwekkende kracht. Haar inspiratie haalde ze vaak uit muzikale concerten. Terwijl ze naar muziek luistert schildert ze wat ze voelt, visioenen die bij haar opkwamen door de emotie van muzikale klanken. Ze was begiftigd met een hoge mate van synesthesie – ze ‘zag’ in muziek kleuren en kon die visioenen overbrengen in tastbare kunstwerken. In 1907 gaf de beroemde fotograaf Alfred Stieglitz een tentoonstelling van Smiths ‘muzikale schilderijen’ in New York. Stieglitz was onder de indruk van haar jeugd, exotische uitstraling en haar ongewone kunst. Na een recensie vol lof in de krant ‘New York Sun’, geschreven door de bekende muziek- en kunstcriticus James Gibbons Huneker werden bijna al haar 72 werken verkocht. Ook in 1912 was er een tentoonstelling georganiseerd door Berlin Photographic Company.

Terug in Engeland lanceerde ze een eigen tijdschrift, waar ook het occulte in voor kwam, onder de naam “The Green Sheaf”. Het had een oplage van 13 nummers, een jaarlijkse abonnementsprijs van 13 shilling en een enkele uitgifteprijs van 13 pence. Het getal 13 heeft nl een heilige betekenis in de occulte beweging. Elk nummer was met de hand ingekleurd op handgeschept papier. Omdat dit geen succes bleek richtte ze in 1904 ‘The Green Sheaf Press’ op, die verschillende gedichten, romans, sprookjes en volksverhalen publiceerde, voornamelijk door vrouwelijke schrijvers.

Op Jamaica leerde ze vele volksverhalen kennen die ze  verwerkte in haar haar eigen boek ‘ Annancy Stories’ dat wordt geïllustreerd door tweeëntwintig paginagrote afbeeldingen van eigen hand. Haar  fantasie vond vervolgens een grenzeloos veld in Shakespeare, en haar tweede boek is een Shakespearaans alfabet dat bestaat uit paginagrote illustraties van personages waarvan de namen lopen van A tot Z, vergezeld van hun meest briljante uitspraken.

In het begin van de twintigste eeuw was dit alles een ongebruikelijke bezigheid voor een jonge, alleenstaande vrouw. Maar Smith omringde zich met creatieve, intelligente mensen die haar passie voor kunst en haar exotische uiterlijk en haar vrije geest waardeerden. Ze was rond de eeuwwisseling ook actief in de beweging voor vrouwenkiesrecht. Haar kunstwerken droegen bij om de zaak van het vrouwenkiesrecht te bevorderen. Een andere vorm van creativiteit geeft ze in vorm van recitals van Jamaicaanse volksverhalen en oude Engelse ballades. In 1901 richtte ze een studio op in Londen en hield ze open huis voor kunstenaars, schrijvers, acteurs en anderen die zo een artistieke cirkel om haar heen vormden. Ze zat dan op een podium vaak met een rij van kaarsen voor zich die als haar voetlicht diende. Ze vertelde, gekleed in kleurrijke gewaden en veel schitterende kralenkettingen en vaak met tule en chiffon om haar hoofd gebonden, haar verhalen van’ Annancy ‘, de spinman, of van’ Recundabundabrumunday ‘, de heks, wiens naam alleen al de kinderen van Jamaica rillingen bezorgt.

Doordat ze niet alleen de betekenis en waarde van elk gebaar, glimlach en stemverbuiging beheerste maar ook dat van het vreemde dialect van Jamaicanen werd ze in talloze salons de favoriete verhalenvertelster van Jamaicaanse folklore, sprookjes en troubadourballades. In de theaterwereld was ze maar een vreemde actrice die nauwelijks op de planken stond. Maar als talentvolle verhalenvertelster heeft ze heel het modieuze Londen aan haar voeten met haar sprookjesachtige volksverhalen die vaak begonnen met: in ‘de lang geleden, voor de tijd toen koningin Victoria nog niet over ons regeerde’….

Haar werk, dat tegenwoordig door de meeste Tarotisten het Waite-Smith deck wordt genoemd als uitgestelde waardering, is een Tarotspel dat niet alleen een lust voor het oog is, maar ook rechtstreeks tot het onderbewustzijn spreekt. Haar Tarotkunst is een middel dat ons in staat stelt dichter bij onszelf, het universum, het Goddelijke mysterie van het bestaan te komen. Ze laat ons die symbolische grote archetypische  figuren zien in menselijke gedaante. Ze laat zien dat het leven zelf ons alle mogelijkheden en stadia van inwijding biedt. Bij het creëren werd de 15e-eeuwse Sola Busca-Tarot – de enige Tarot die schilderachtige afbeeldingen gebruikte – als leidraad gebruikt. Ze kon het Italiaanse deck bestuderen toen de familie Sola in 1907 een reeks foto’s aan het British Museum gaf.

Twee jaar nadat ze haar Tarot tekeningen had gemaakt, bekeerde Pamela zich tot het katholicisme. Tien jaar later gebruikte ze geld uit een erfenis om een thuis voor priesters te openen op een schiereiland Lizard in Cornwall. Hoewel ze illustraties bleef maken verdiende Smith niet veel geld aan haar werk en verdiende ze nooit royalty’s met haar nu zo beroemde Tarot-afbeeldingen.

Na een aantal jaren van financiële moeilijkheden verliet Pamela het schiereiland en verhuisde ze eerst naar Exeter in 1939 en vervolgens naar Bude in het begin van de jaren veertig. Hoewel ze bleef schrijven en illustreren, kon ze geen uitgevers voor haar werk vinden, waarschijnlijk als gevolg van smaakveranderingen van het publiek na de Eerste Wereldoorlog. Haar bezittingen werden geveild om haar schulden te betalen. Pamela stierf aan een hartaandoening op 18 september 1951 in Cornwall waar ze woonde met Nora Lake een gerespecteerde spiritiste met wie ze al 40 jaar samen was.

De locatie van haar graf is onbekend, maar het is waarschijnlijk dat ze werd begraven in een ongemarkeerd graf op de St. Michael’s Cemetery in Bude.


Mocht je van deze tekst iets willen delen dan graag met bronvermelding.
warme hartegroet
Corrie